De vraag die je stelt bepaalt het antwoord dat je krijgt

Wellicht herinner je het nog van je eigen kindertijd, of van je eigen kleine kinderen: altijd maar weer die vragen: ‘Wat doe je?’,  ‘Waarom?’, ‘ Waarom?’

En misschien herken je jezelf als je, vermoeid en geprikkeld na een lange dag hard werken, een nietszeggend antwoord geeft als “Daarom” of “Omdat ik het zeg.”

Het stellen van vragen over zaken die in jouw ogen niet duidelijk zijn zit in onze genen. En toch verliezen we dat speelse vermogen ergens tussen ons 6e en 12e levensjaar.

Wat is daar de reden voor? Ik kan er een paar bedenken:

  • Als je maar vaak genoeg geen echt antwoord krijgt, waarom dan nog de vraag stellen?
  • Als je wordt gezien als ‘die zeur die altijd moeilijke vragen stelt’, dan is hierin volharden vanuit sociaal oogpunt niet de beste keuze om lekker in de groep te liggen.
  • Het stellen van een kritische vraag legt vaak iets bloot dat iemand vergeten is, of waar niet goed over nagedacht is. Dat voelt als een verlies voor die persoon. En dat is geen fijn gevoel.
  • Het is geruststellend/makkelijk om er vanuit te gaan dat iemand anders er toch wel goed over nagedacht zal hebben. Jij zal wel de enige zijn die het niet begrijpt.

 

Toch is de wereld om ons heen vol problemen die (deels) voorkomen hadden kunnen worden als er meer (kritische) vragen zouden zijn gesteld. Als mens zijn we er genegen naar te denken in goedpaden (happy flows) en zijn we een stuk minder goed in het bedenken wat de potentiële schade van hetgeen we ‘oplossen’ zou kunnen zijn. Mensen zijn bijvoorbeeld zeer creatief als het aankomt op het anders gebruiken van software of regelingen dan hoe ze eigenlijk bedoeld waren. Als voorbeeld: de hypotheekaftrek is niet voor niks helemaal uit de hand gelopen. Ooit bedoeld om mensen te stimuleren om een eigen woning te kopen en uiteindelijk verworden tot een financieel onvoorzien instrument om de overheid zoveel mogelijk geld afhandig te maken en de huizenprijzen torenhoog op te stuwen. De vraag is natuurlijk of dat voorkomen had kunnen worden.

Het antwoord daarop is simpel, en niet alleen omdat het achteraf makkelijk praten is, maar vooral omdat een kritische vragensteller de volgende vragen ook zeker tijdens het bedenken van de regeling gesteld zou hebben:

  • Is deze regeling voor iedereen (ook de rijken?)
  • Is deze regeling zonder einddatum of grenzen?
  • Voor welke soorten hypotheken en welke soorten huizen eigenlijk?
  • Mogen mensen vaker dan 1 keer gebruik maken van de regeling?
  • Wat zouden worst-case scenario’s zijn op financieel vlak?
  • Wat zouden andere negatieve bijwerkingen kunnen zijn?

 

Vragen stellen doe je op verschillende vlakken:

  • Als er iets is wat jij niet begrijpt (en meestal ben je niet de enige).
  • Wat jij er van begrijpt is niet noodzakelijkerwijs wat het werkelijk is of zoals het werkelijk bedoeld is. Doe nooit aannames dat iets wel ‘zus of zo’ zal zijn bedoeld.
  • Wat jij denkt te weten en te begrijpen zal zelden het complete plaatje zijn. Er is zeer waarschijnlijk meer.
  • Zijn alle potentiële schades in beeld en begrijp je deze potentiële schades ook.

 

Tenslotte stel je vragen op elk moment dat je ze hebt. Er zijn geen zaken waarover je geen vragen mag stellen. Uiteraard moeten de vragen wel relevant zijn en op een niet-oordelende manier worden gesteld.

 

In short: het is van cruciaal belang dat er mensen zijn in het team die (kritische) vragen stellen. Hiermee voorkom je dat het systeem doorvlochten raakt van aannames en interpretatieverschillen. Het brengt tevens omissies naar voren. Dit alles leidt tot een betere kwaliteit en een verhoogde ontwikkelsnelheid.

‘Questions’ is onderdeel van de training Agile-United Certified Practitioner in Agile Testing. Wil je hier als software tester meer over weten of beter in worden, kijk dan op onze site.

 

Naar het overzicht

Alain Bultink | Managing Director
alain@deagiletesters.nl
06-15361077

Benno Kuipers | Directeur
benno@deagiletesters.nl
06-52600438